Maak  Kennis  Met  Kennis
En  Blijf  Bij  Kennis.


Politiek  Periek  (38).   Recht.


Recht, enkel recht, precies recht  -  dat komt betrekkelijk weinig voor in de
natuur van dier en ding, doch daarentegen volop in de wereld van de  mens.

De menselijke geest zet zich in voor een lijnrecht (voort)denken, voor een
rechtlijnig/regelrecht lijnen en regelen, voor een recht-toe recht-aan banen
van de werkelijkheid tot kaarsrechte snelwegen/vaarten/vluchten voor een
daarmede gevleugelde techniek en ontwikkeling en commercie, voor een
strak en straf leidselend en leidend sturen en besturen, voor een
kanalisering en normalisering van alle natuurlijk, bochtig/krommig verloop
voor onder andere doeltreffendheid, snelheid, snelcarriére, voor een
strak-volmaakt stramien om daarop het leven en het samenleven verder
voort te weven.

En zo ook, komt de mens in strijd met zulk geestesleven en zijn psychisch-
natuurlijk leven; zij ontzien elkaar niet en anderdeels komt de mens, ook in
betrekking tot de medemens, tot enige overeenstemming, middels onder
andere matigheid en onpartijdigheid; evenwel: juist zozeer een rechtlijnig
geestesdenken biedt vérgezicht/perspectief/verschiet/toekomst/
doelgerichtheid  -  en dreigt de mensengeest uit eigen beginsel de natuur
al meer, tot uitputtends toe, naar en voor zijn eigen bedoelingen/doeleinden
te schikken en zich te doen geven, als buiten proporties naar zijn opgelegde
geestesgangen.

De menselijke geest verandert de natuurlijke orde in al meer een eigen
rechtsorde, met een dienovereenkomstig zich ontwikkelende en zich daarin
vindende eigen, menselijke gerechtigheid.


Hoe absurd is het daarom maar onmatig/subjectief/politiek-partijdig/
onverbiddelijk te strijden en voort te blijven strijden voor slechts recht en
gerechtigheid, van een specifiek menselijk en nog weer persoonlijk
karakter  -  en er zelfs het menselijk leven voor te geven, dat zelf immers
zowel die levende geest als dat levend lichaam draagt en doet gedijen.

Prioriteit heeft niet de strijd maar de samenwerking, in natuurlijke
gematigdheid en geestelijke objectiviteit, tussen de "geestelijke
rechterhand" en de "natuurlijke linkerhand", opdat er een overeenkomst/
bestand/evenwicht/harmonie komt tussen geest en lichaam, tussen de rede
en de realiteit, tussen de ideologische politiek en de realistische natuur  -  
opdat de mens zelf niet nog meer éénhandig en onthand in een onleefbaar
leven komt te staan.

Wil men eerst het recht, dan toch vooreerst het leven zelf  -  danwel met
het redelijk geestesleven tevens zozeer het liefhebbend leven, dat het
leven streelt en heelt, die het koestert naar vernieuwing.




                                                          *  -  *  -  *