Maak  Kennis  Met  Kennis
En  Blijf  Bij  Kennis.


Politiek  Periek  (40).   Zo Menselijk.


Er was eens, in de ouwe rauwe tijden, een alleenheerser met de toch zo
menselijke naam van Macht O'Mens; een die heerste over een zeer groot
land, waarin hij alles bezat en waarin hij op alles recht had.

Deze machtige had twee zonen, Recht O'Mens en Geld O'Mens, aan wie hij
na zijn dood alles, wat hij met zoveel inspanning, list en geweld had
verkregen, wilde nalaten in de vorm van "twee kisten met inhoud".

Na het overlijden van deze vader van Recht en Geld, deed eerst Geld O'Mens
zijn kist open en vond deze boordevol met biljetten/certificaten met het
opschrift: "Dit biljet betaalt voor het verlangde"; en ook Recht O'Mens
opende zijn kist, óók boordevol met certificaten/biljetten, met het opschrift:
"Dit certificaat geeft recht op het verlangde".

En zo trokken zij daarop samen het land door en vonden allebei, met
gedurig elk zijn welgevulde kist bij zich, hun levenlang overal overnachting/
huisvesting en voeding/kleding in de beste gelegenheden daartoe,
reismiddelen en bezigheden/verzorging/verpozing naar verkiezing, onder
de beste omstandigheden.

Want waar Recht O'Mens, kosteloos, een van zijn afschriften-van-recht
overhandigde voor het gewenste, daar gaf Geld O'Mens, rechteloos, een
van zijn afschriften-van-bezit uit; zodat zowel Recht O'Mens met zijn recht
als Geld O'Mens met zijn geld zich al even goed in hun bestaan konden
voorzien.

En werd het ook gewoonte in dat land zijn rechten te kopen, ook zeker nog
wel te bemachtigen, te verwerven, te verdienen en te erven; alsook,
bijvoorbeeld, rechten, zoals handelsrechten, te verlenen om handel te
kunnen drijven (naar onder andere een grotere welvaart)  -  want elk
verleend recht  naar meer handel en bedrijvigheid, mobiliseert het her en
der op zich zo doelloos opgeslagen geld  tot een effectieve besteding, tot
een handelsstroom, tot de opvoering van economische opgang en
menselijk(e) welvaart en welzijn.


Zo blijkt voor een ieder, waaronder vooral Macht O'Mens er al een zo goed
begrip van had, voor de bestaansvoorziening in de mensenwereld van het
mensdom "het kapitaal" en "het recht" van een al even groot belang te
(kunnen) zijn; en kan de jacht daarop ook al even fel, doortrapt en
gewelddadig zijn  -  hoewel het geld meer concreet/materieel/
waarneembaar is, en het recht meer rationeel/immaterieel, als meer
geestelijk minder voor het grijpen.

En voltrekt ook een consequent gevoerde/doorgevoerde politiek, als
allereerst een geestesbedrijf, zich al eveneens voornamelijk langs de
lijnen van het recht  -  ofschoon zij zelf, als gestaald in het recht van
gezag, in het recht tot gezagsuitoefening, haar gevangen-zijn en
automatische succesnastreving ín dat recht, maar al te dikwijls zich niet
voldoende beseft/inziet, zoals het ziende oog zichzelf niet ziet (dan in
een voorgehouden spiegel).

Maar intussen, zoals de geest de lichamelijke functies (voldoende)
behoort te beheersen, zo komt verdelingsgewijs de maatschappij het
geld, de economische bedrijvigheid toe, en de overheid(spolitiek) het
recht van het regelen van die bedrijvigheden in wetgeving en
richtlijngeving  -  zoals, bij wijze van spreken, waar de meest bekwame,
al maar door malende molenaar het water naar zich ophoopt en elders
een groot tekort daarvan aanbrengt, er van regeringswege moet
worden zorg gedragen voor een juiste irrigatie en bedijking,
doorspoeling en terugspoeling, opdat er in het algemeen geen
werkelijke armoede en in het bijzonder geen onwerkelijk grote, niet te
bevroeden overvloed voorkomt.



                                                   
* - * - *