Maak  Kennis  Met  Kennis
En  Blijf  Bij  Kennis.    

Politiek  Periek  (46).
  Vrije initiatief.


Iemand  knipt op tijd zijn heg, wat te loven is en aangemoedigd moet
worden; een ander knipt zich uit een doolhof wat, ondanks de aangerichte
schade, nog te begrijpen is; en weer anderen rennen bij het leven en
knippen in het wilde weg en elkaar, wat schandelijk, ontoelaatbaar is.

Dit laatstgenoemd, vrijuit aanleven is veel het geval op alle menselijk
terrein waar men onder elkaar uit alle macht naar vermogen werkt aan
het bestaan en voortbestaan van een ieder voor zich  -  en waarbij vrije
initiatief het voorgeschreven "wondermiddel" is dat uitkomst biedt.

Vrije initiatief, oorspronkelijkheid/verwerkelijkingsdrift/voortvarendheid,
dat (bij de mens) pas goed op dreef komt door drijvende begeerten, door
gejáágd worden/zijn, waarbij een ongeregeld(e) leven en menigte alsnog
tesaam geleid kan worden tot een gezaam, maar al te blindelings
voortleven  -  met zoveel destructieve gevolgen van dien.

Vrije initiatief is als een kleine aanzet met groot gevolg, als "de
handelende hand met haar rechte vingers (het recht) en haar platte nagels
(het geld), die krommend van alles gekromd aangrijpt en financiert", wat
nauwelijks of niet onder constructieve (geestes)contrôle veelal  een
funeste uitkomst heeft.


Een overheid evenwel, mag in essentie geen "handelende hand" of  
concrete handelsmacht zijn, want zij is in beginsel een ménselijk product
vanuit de verborgen menselijke, exacte geest  -  die onder het aardse leven
alleen de mens bezit  -  voortgebracht en in het openbaar als instelling
onder de mensen geïnstalleerd   -  zoals "de armatuur in een kroonluchter,
die de lampen bij elkaar houdt, hun oplichting bijstaat, zelf te belichten is,
maar niet de oplichting dier lampen zelf opwekt".

En zoals de zelf met rechten/rechtvaardigheid belegen rationele/
rationaliserende mensengeest eerstens zichzelf volop als rechthebbende
beziet, en een zeg voldoende geïnstalleerde overheid als gerechtigd het
recht op haar eigen bestaan beschouwd, zo dient dan in/bij elke overheid in
functie niet zozeer de macht als zowat tomeloos te (over)heersen, maar "als
armatuur de lampenopstelling/-oplichting democratisch dienend", dient de
overheid het onderhorig volk naar recht en voorzover bij machte bij te staan
naar een leven in zelf volbrachte welstand.

Mens noch overheid mag het terrein zijn van te vrije initiatief, te vrije
machtsuitoefening, en al evenmin voor elkeen, voor elke politieke partij, om
enig begerenswaardig machtsinstituut/gezagsniveau te bemachtigen; want
dit blijft dan niet bij "schandelijk/misdadig/ontoelaatbaar", maar komt tot uit
de hand lopende handelingen, tot twist, tot zelfs wel een oorlogvoerend
beleid.
 

                                 *  -  *  -  *