Maak  Kennis  Met  Kennis  En  Blijf  Bij  Kennis.                                                                                                                                                                                     
                             

 Denkthema 13.   Kunde.                      

Het absoluut, neutraal gezette criterium (cr; figuur a.) is gezet danwel,
heeft het zijn plaats in het geplaatste uitspansel zelf.
     
Dat wil zeggen, alwáár het        
     
gepláátste, zíjnde uitspansel,
     aldaar wordt het absoluut
     gezette/geplaatste criterium
     “als zonder meer in al zijn
   
 naaktheid” aangetroffen - als
     het wáre zijnde danwel, als de
     onverzetbare/onverzettelijke
     wáárheid.
     Als een “glimp” van het
     onverzettelijk geplaatste
     uitspansel, is de absolute
     waarheid tevens het neutraal
     gezette centrum van alle wet;
     als de centrale “ingang”
     vanwaar/waardoor het bestaan
     met wettige gang wordt
doortrokken, zoals men “in
een stad vanuit het stadscentrum door alle reeds aanwezige straten,
door concentrisch om het centrum gelegen zijstraten trekt”.
Ook ligt de absolute waarheid middenin de verstandelijke denkwereld;
en elke gedachte, die deze “wettige ware bodemplek van het bestaan
als een passend deksel afdekt”, is van een betrekkelijke waarheid.

Het uitspansel, en daarmede de waarheid, is van een tweezijdig
voorkomen; bovenzijds de ruimte als contra/wát, als wél de waarheid,
en onderzijds het heelal als anti/gát, als níet de waarheid.
Zeg maar, in bewustheid licht (het pad) de(r) waarheid ruimtelijk/wat
op als de waarheid; en als gát ligt de waarheid er als verduisterd,
verloren bij, als (duister-bewust) ónwaar.
In het Transcendente bestaan evenwel, alwaar onder aldoor maar door
de Ene(-ordelijke)-generering van aard en activiteit, als zozeer
overwegend iets uit niets, in zozeer een overweging van pro-contra op
anti, aldaar overweegt aldoor de ruimte op het heelal; en is het absoluut
/betrekkelijk gesteld/gezet criterium aldoor maar door wáár, als de
waarheid zelf.

Als nog weer middenin de waarheid (wh) zelf, positioneert en hoopt
zich de mediumieke waarheid (wa) van het bestaan op - met als
rondom deze waarde het bewuste weten (wt).
Generzijds/anti het opkomend médium der waarde is er altoos het
bewústzijn(sheel); en als (verzamel)middelpunt van legio
verstandelijke gedachten, vervalt, zoals reeds eerder aangegeven, de
médiumieke waarde wat/meer tot in bewustzijn in de bewustheid van
voldoening.
Evenwel, voegt een verstandelijke gedachte zich gevoeglijk in de
voege der absolute waarheid, als betrekkelijke waarheid, dan zeg maar
vervlákt deze voldoening rúimtelijk, ter verval tot in het aldaar met
bewustzijnsheel doortrokken heelal, in de bewustheid van vréde.
Alle op waarheid zich aanleggend denken, alle zich in de absolute
waarheid als betrekkelijke waarheid gepast leggend denken, is in
bewustheid een bevredigend denken.
Dat wil zeggen, meer ruimtelijk de vrede, die weer zozeer verduistert/
verdwijnt in onvrede, waar het gat, de afgang, overweegt op wat, op
de opkomst - wat in het Transcendente bestaan weer niet het geval is.

Het absoluut en neutraal, nauwgezet criterium nu, in het existentieel/
standhoudend bestaan (zeg E-e), heeft zijn gelijkende in het
essentieel/bandhoudend bestaan (E-we).
Zij zijn beide neutraal van wet, ook beide gezet in het vlak van het
zelfde absolute uitspansel - de een eigenlijk centraal het verstand en
de ander wezenlijk centraal het intellect.
Dat wil zeggen, het essentieel ware mag waarheidachtig danwel
waarachtig (w) de existentiële waarheid worden geacht.
En aldus, zetelt het zittend/gevestigd Ene als middenin de voege/
“goot” - als heerschappij voerende Heerser middenin deze heirbaan
(der heersersstaf) - van het absoluut en neutraal gezette ware als de
waarachtige-waarheid (we-E-e).
En zelfs het borgverbond zetelt in dit absoluut en neutraal gezette
ware - de zin (z) in het waarachtige  (w), de waarde (wa) in de
waarheid (wh) en het Ene daar middenin.

Het gevestigd Ene is het eerste, gevestigd criterium; het ene Ene voor
de eenheid van alle bestaan aan aard/activiteit/medium.
Het Ene verénigt aan en in zich alle volgens/volgend  allerlei (in de
generering aangelegde) wet in omloop zijnd bestaan - hetzij
overwegend opwaarts vanuit het verstand tot in het intellect
(e-E
E-we) hetzij andersom, overwegend neerwaarts (we-EE-e)
- om vervolgens zichzelf alsmede het aan en in zich getrokken,
verenigd bestaan te ontplooien in allerlei plooi/wetsgang, hetzij in
eerstens de intellectuele overtuigingswet(ten) hetzij in eerstens de
verstandelijke wenwet(ten).
En zoals (tweedens) een vlakte ondergeschikt is aan (eerstens) een
bovengeschikte berg daar middenin, zo zijn de gezette criteria
ondergeschikt aan bovengeschikt het gevestigd, die gezette criteria
aldoor voortgenererend criterium/Ene.
Het Ene beschikt over de heirbaan/hoofdweg van de  
waarachtige-waarheid, waardoor het zich zetten van het bestaan
volgens allerlei wet naar de eenheid van het Ene zelf zich voltrekt -
en deze hoofdweg van het absoluut ware zich absoluut daartoe/daarin
zet/schikt.

Dit door de gevestigde/gezette criteria bewerkte proces van blijvende
verbintenis/gehechtheid van het bestaan met/aan het Ene, voltrekt
zich als vanzelf danwel automatisch onder het blijven genereren/
bestaansopbrengen van het Ene(-wezenlijke) ter aanblijvend
bestaansverloop alsmede ter aanblijvende overweging van de ruimte,
van wat/iets, op het heelal als gat/niets.
In deze generering wordt het bestaan vanuit het Ene al wijderom het
Ene in ook wetten aangelegd; en wat door dit “gangenstelsel” van
allerlei wet voorts voortstroomt - met als stroombron het genererend,
alles eerstens uit het niets opdiepend Ene zelf - gaat zijn gang
volgens dit “gangenstelsel”.
Alsof er water stroomt volgens een gangencomplex; en waar in het
absolute/neutrale ware zo'n stroom stagneert/stilstaat: daar stáát in
het borgverbond zogenaand een ware borggedachte
(we
←→E←→e), zelf van een betrekkelijke waarachtige-waarheid,
borg voor het absoluut wáár zíjn van waar van het gezamenlijk
intellectueel-verstandelijk denken (op de heirbaan) tenslótte in (een
heersende) gedachte toe besluit.

Het intellectuele denken en het verstandelijk denken liggen als in de
houdgreep van de waarachtige-waarheid; hun borggedachten liggen
daarin als geborgen/bewaard.
In een overwegend opwaarts trekken over deze hoofdweg uit
generering, waarin het streven (st-st) ontmoetingsrelatief voorts
opwaarts gaand het samengevat verstandelijk denken met zich
meevoert naar (het terrein van) het intellectuele denken, of in een
overwegend neerwaarts trekken over deze hoofdweg in de cultivering
van het bestaan, waarin de ijver (ij) uit energie na verloop (onder
andere) als begeerte (b) neerwaarts trekt bij een met zich meevoeren
van het samengevat intellectuele denken naar (het terrein van) het
verstandelijk denken: altoos loopt hier het (borg)denken als aan de
leiband van het borgverbond; altoos wordt deze ware doorgang voor
alle intellectueel/verstandelijk denken als op “niveau”, als (af)gepast,
in waarachtige-waarheid doorlopen/gepasseerd.
En waar dit tweeërlei, tegengesteld/confronterend denkverloop
stagneert en tot in een évenwicht van een bórggedachte komt - in
bijvoorbeeld ook even het wisselend overwicht van het ene
denkverloop op het andere denkverloop - daar ligt dit denkverloop
dan keurig gekeurd aan de absolute waarachtige-waarheid in/als een
betrekkelijke waarachtige-waarheidsgedachte.    

Als dan in de houdgreep van de waarachtige-waarheid: eigenlijk
behóuden in de existentiële waarheid en in (m)enigerlei begrip
begrépen in de essentiële waarachtigheid.
En het middenin het borgverbond gevestigd/zittend Ene heeft/bezit,
gezeteld in zijn gezette zetel van het wáre behoud, deze samengevatte
intellectuele-verstandelijke denkstroom en borggedachte in eigendom;
alsmede, heeft het Ene zo ook het wáre begrijpen dier denkstroom en
borggedachten (tot) in (m)enigerlei begrip in zijn greep/grip.

Vooralsnog trekt/stroomt het intellectuele denken en het verstandelijk
denken door het wettig “gangenstelsel” als “het bloed door het
bloedvatenstelsel” zo geleid.
Tot hiertoe is er nog geen sprake van een gééstesoverheid, van onder
andere de ratio ofwel de rede, die als uit eigen beraad/voorraad - zoals
een “atmosferische storm de waterstromen” - het zeg maar wettig
denken onder andere beïnvloedt.
En reeds is ook het streven in zijn (op)gang door het intellect in
voorgaande denkthema's genoegzaam gevolgd.
Zo is het volgen der gang van het bondig door het borgverbond over
de ware heirbaan zich verstandelijk verwerkelijken van een
intellectuele/wezenlijke begeerte/wens nu aan de beurt voor een wat
nadere uiteenzetting ervan.

Onder kunde wordt hier verstaan de feitelijke of ook de materiële
verwerkelijking van een intellectuele/wezenlijke (begeerte ofwel)
wens, bondig en waar bewerkstelligd door het Ene - met eerstens een
verstandelijk ontwerp daarvan.

De intellectuele (int) bandhoudende optiek en de oerkrachtige (ok)
bandeloze “optiek” ópenbaren zich aan elkaar met hun optiekbases
en vermogen ofwel kunnen onder elkaar, in onderlinge confrontatie/
inwerking, het standhoudend/verstandelijk (vs) bestaan tot stand
(te) brengen.
En in dit tot stand kunnen brengen, vermag een wezenlijke wens zich
mede - evenwel tevens zogenaamd werktuigelijk - in het verstand
te verwerkelijken.
Dit is, in de kunde van het Ene, (in) het borgverbond, om zo'n
wezenlijke wens in waarachtige-waarheid (automatisch) verstandelijk
te realiseren - in het cultiveringsproces van het bestaan; waarin de
gang der ijver/begeerte/wens, naar zijn eigen bijzondere opkomst en
inloop/oploop/verloop in de meest recente loop van het bestaan, ligt
opgenomen in de voortgaande bestaans(omme)gang, die aldoor maar
door wordt bewerkstelligd door het introductief-genererend
Ene(-wezenlijke).
En bewerkt dat werktuig (r-r' - u-u') inmiddels een zo te zeggen
bédreven realisering van zo'n wens in een wáre tot standbrenging
ervan in verstandelijk het standhoudend bestaan.

Eerstens dan nu nader dat werktuig, dat bestaat uit de twee
wenwethouders (u en u'), die als gekoppeld zijn aan de meest innige/
ingevoerde, zeg oeroude verwezenlijkingen (r en r'), als de
oerspronkelijkste wezenlijke constructie, van het bestaan.
En zoals in beide wenwethouders alle wenwet beknopt ligt besloten,
zo ligt in beide wezenlijke aaneen/ineen sluitende
oerverwezenlijkingen alle geïnstrueerde (i) en geregelde (re - re)
verwezenlijking als terloops verwonden.
En als volgens een wat eigen weg van mededeling (m en m'),
“geleideband”, informeren de beide wenwethouders de beide
oerverwezenlijkingen van wat er zoal in het verstand omgaat; en
instrueren (i') de beide oerverwezenlijkingen, als in een ware
overdracht hunner opdrachten, de beide wenwethouders al even
summier met wat er zoal omgaat in (wezenlijk) het intellect.
Danwel, zoals de (handvat)greep van bijvoorbeeld een spa als
werktuig/gereedschap de te gebruiken spa in zijn regulerende greep
heeft, zo heten de beide oerverwezenlijkingen de regulatoren (r en
r') van het werktuig; en zoals het spablad zich naar de regulerende
greep instelt en de gegeven instructie uitvoert/volvoert, zo heten de
beide wenwethouders de uitvoerders (u en u') van het werktuig.

Het zijn vooralsnog de gereguleerde (r en r'; figuur b.) éxterne
     
 instructies (i' en i”), die het
      werktuig instellen, in stelling
      brengen (zoals ook het geven
      van een zekere houding);
      alsook, stelt een borgdenken
   
  alswel een zekere borggedachte
      (zeg z-E-wa) het werktuig
      mede aandachtig in; met, in het
      kader der liefdewet (l-l'),
      tevens genegenheid daartoe; en
      is het (tot hiertoe nog niet
      werkzaam/uitvoerend)
      werktuig, naar de zeg álgemene
      intellectuele regel (re-re),
      altoos regulier geregeld 
 ingesteld.
Tevens, is het standhoudend/verstandelijk gebied, waarin de wens
wordt gerealiseerd, reeds genormaliseerd (n-n') - als reeds geschikt
tot in een zekere  (samen)gesteldheid; als zo meer of minder of
typisch geschikt die wens te realiseren.
Het maakt verschil of “iets moet worden gerealiseerd in hout of in
ijzer of in was”; zo ook hangt de ontvankelijkheid van het verstand
de zekere intellectuele wens wat/meer “naar wens” te kunnen
realiseren af van de zekere genormaliseerde toestand van het verstand.
Wat overigens ook door de uitvoerders (u en u') wordt medegedeeld
(m en m'), danwel door de wenwethouders wordt voorgehouden, aan
het regulerend intellect in enig begrip (zoals b) daarvan alswel met
enige (bewuste) ervaring daarmede.

Evenwel, worden de uitvoerders van een werktuig automatisch
ingesteld door de regulatoren, en door de regulatoren ook aldoor
bijgesteld onder de invloed van zekere wens (ws) in zijn begeerte
zich te realiseren en door ook het toedoen der berichting/mededeling
der uitvoerders: het werktuig wordt ook al heerschappij voerend door
het introductief-genererend Ene(-wezenlijke) gestuurd en bestuurd.
Met een eigen, voortbrengende bestaansloop uit generering, stuurt
het Ene middels de extern instruerende/leidende “leidsels” (i' en i”)
- de ene (i') voortkomend uit het wat meer aardend (ad) ideale deel
van het intellect wat meer terughoudend en de andere (i”)
voortkomend uit het wat meer actieve (ac) ideale deel van het
intellect wat meer voortvarend - het automatisch, ijverig instellen
der uitvoerders van het werktuig bij.

En zelfs, in de Ene-wézenlijke generering, als in de ban van het
borgverbond met de wíl dat automatisch zich instellen ook zínnig (z)
bij te sturen.
Met het sturend ook aandoen der waarde, met voorts het toedoen der
mediumieke waarde aan de instelling der uitvoerders - en trouwens
met voorts het toedoen der mediumieke waarde aan de uitvoering/
realisering zelf der daartoe intern instruerende (i) wens - wordt de
gestuurde waarde als opgedragen de welbeschikte uitvoering, van de
instructie/opdracht (i) de wens te realiseren, te volvoeren.
Het Ene is daarin de bovengeschikte stuurder/”baas”/”voerman”; en
in stede zelf de wens waarlijk te realiseren, wordt deze opdracht in
waarheid uitbesteed aan de mediumieke waarde als daarin de/het
ondergeschikte gestuurde/”knecht”/”paard”.
Daarbij wordt het Ene ook door de regulatoren, na allerlei
verstandelijke mededeling (m en m') en intellectuele invloed, als
aldoor “op de hoogte gehouden” over het verloop van het totale
werktuiglijk realiseringsproces dier wens; waarmede het Ene, onder
deze informatieve/bijstellende inbreng der regulatoren, dit íjverig
zich voltrekkend realiseringsproces in de loop uit eigen
introductieve-generering béstuurt.

Onder bestuur van het Ene met een waarlijk ingesteld en ijverig
werkzaam voertuig, wordt voorts de desbetreffende intellectuele
wens in het verstand doorlopend (i
) uitgevoerd - in een
verstandelijke invulling.
In werkelijkheid, ondergaat het (hier nog overwegend individueel)
denkend verstand daarmede vanuit de mediumieke waarde, vanuit
tevens (mentaal) het mediumieke zakelijk schap/”bad” rondom de
waarde, een hérnormalisering tot in een wat andere wenwettige
opstelling/aaneensluiting/activiteit - en waar ook, in bewustheid,
weet (wt) van is.
Deze nijvere aanpassing der wenwet, naar waarheid werktuiglijk
gerealiseerd onder het bestuur van het Ene, heet de cultivering der
wenwet.
Deze cultivering voltrekt zich vanuit de intellectuele opbouw naar
wezenlijk begrip (zoals bg) daarvan en talent (zoals t) daarvoor, als
naar wens; maar tevens werkt het verstandelijk streven (s-s) daarin
mede.
In plaats van, arbeidverrichtend, opwaarts aan het Ene zijn bijdrage
op te dragen, levert het streven nu, in de individualisering van het
Ene in dit individueel verstandelijk denken, zijn waar gericht op
mede de wensvervulling waardevol in - als de verstandelijke
tegemoetkoming en bijdrage de intellectuele wens in het verstand
gerealiseerd onder te brengen.

Voorts, wordt in enige omslag van overwegend individueel
verstandelijk denken in overwegend gemeenschappelijk verstandelijk
denken de desbetreffende wens ook in het gemeenschappelijk denken
van het verstand gerealiseerd.
Daarin gaat de gecultiveerde wenwet (zeg zoals w//w'; figuur c.),
waarin die wens als reeds in het individueel denkend verstand
gerealiseerd is ondergebracht, over in een dienovereenkomstig
gecultiveerd zelfstandighedencollectief (w//w'
zs/zs') van roterende
     
zelfstandigheden (zoals
     zs/zs') - meer geaard
     rechtsom draaiend en
     meer actief linksom
  
   draaiend.
     Dit gecultiveerd/
     gehernormaliseerd
     zelfstandigheden
     collectief, waarin de
     desbetreffende wens in
     het gemeenschappelijk
     denkend verstand is
                                                                              gerealiseerd, is/heet dan
wel een verstandelijk voorstel ofwel ontwerp - dat dan vervolgens in
allerlei voorstelling, in de buitenwereld, wordt gerealiseerd; maar deze
buitenwereld bestaat tot nu toe nog niet.
Zulk een verstandelijk voorstel evenwel, ligt dan vervat in overwegend
een feitelijk (gericht) denken of in overwegend een technisch (gericht)
denken of in overwegend een organisatorisch (gericht) denken.

Eerstens een overwegend feitelijk gericht denken van het
gemeenschappelijk denkend verstand.
Elke zelfstandigheid is zeg inhoudelijk een daad als feit; een daad/feit
als een evenwichtig tot staan gekomen doen/bedrijvigheid der
bedrijfsoptiek (zoals diametraal f-f' - f).
Wat/meer geaard/ineen als meer (instinctief) verborgen feiten en wat/
meer actief/uiteen als meer (werkelijk) openbare feiten.
Maar intussen maken al deze feiten van al die zelfstandigheden
inhoudelijk mede het richtend denken (ri-ri) uit; een verstandelijk
gecultiveerd richtend denken, waarin de desbetreffende wens ligt
gerealiseerd.

Tweedens een overwegend technisch gericht denken van het
gemeenschappelijk denkend verstand.
Daarbij is de áctieve rotátie (r/r') van elk dier zelfstandigheden in het
geding; een actieve bedrijvige rotatie, die altoos een wat/meer
weerwerkende ofwel kráchtige rotatie is - als een roterende
zelfstandigheid (zeg een roterend “schijfje”) onder/in een krachtige,
in/met zichzelf hullende/heulende spanning als een zogenaamd
máterieel ding danwel de materie.
Het gemeenschappelijk verstandelijk denken herbergt aldus alreeds het
materieel aspect van het bestaan; en zijn deze krachtig bed(w)ongen
roterende zelfstandigheden, deze materiële dingen, ook in onderling
verkeer.
Een verkeer dat, ge(her)normaliseerd, in een zogenaamd technisch
evenwicht verkeert (zoals in t-t'-t) danwel, waarin die krachtig
roterende zelfstandigheden als materiën onderling als op elkaar
ingelopen aaneengeschikt zijn aangepast als een technisch samenstel.
Roterende zelfstandigheden als materiën, die onder elkaar in een
technisch evenwichtige spanning verkeren; terwijl deze zelfde
zelfstandigheden élk in zich inhoudelijk/diametraal in - krachtig
voorzover actief, niet krachtig voorzover mediumiek en geaard - een
feitelijk evenwichtige spanning verkeert.
Maar inmiddels, maakt ook elk technisch samenstel - krachtig
voorzover actief/weerwérkend - als zodanig (in/met t') deel uit van -
ook krachtig voorzover actief - het verstandelijk gericht denken (ri-ri);
een gecultiveerd gericht denken, waarin de desbetreffende wens ligt
gerealiseerd in eventueel een overwegend technisch afgesteld gericht
denken.

En ten derde, een overwegend organisatorisch gericht denken van het
gemeenschappelijk denkend verstand.
Een zelfstandighedencollectief is, in eerste aanleg, georganiseerd
indien het zowel inderdaad-feitelijk is ingesteld alswel materieel-
technisch is afgesteld, met een gerichtheid, in een navenant gericht
denken; om elke mutatie - zoals de realisering van een intellectuele
wens - zowel feitelijk, technisch alswel gericht te verwerk(elijk)en.
Het navenante richtend denken evenwel, wordt voorts tevens middels
de dresseringswet (dw) nog bijgesteld door een intellectuele regeling
(re-re) daarvan; bijvoorbeeld, naar een of andere (evenwichtige) regel
een daaraan aangepast evenwicht van gericht denken tot in zekere
verstandelijke gedachten.
Al regelend, dresseert/leidt het intellectuele Ene het georganiseerd
richtend denken (overwegend scheidingsrelatief:) naar metterdaad
een zeker verstandelijk uitrichten/doen of (overwegend
ontmoetingsrelatief:) naar metterdaad een zekere inrichting van het
verstand zelf.

Met dit al, is er nog zo het een en ander wat de realisering van een
intellectueel gestelde wens in het verstand tot een voorstel beïnvloedt,
corrigeert en dergelijke.
Bijvoorbeeld, perfectioneert, zogenaamd, de zakelijke doenwijze/
leidslijn (z-z), als de as der zakelijke optiek, het realiseringsproces
dier wens aldoor maar door - maar hiervan nader in een volgend
denkthema.
Tot slot hier echter nog wel wat nader de bijdrage aan dit
realiseringsproces van allerlei individueel verstandelijk denken, zoals
het vormelijk denken, het globale denken.

De wezenlijk begripvol/talentvol vastgelegde categorie/afdeling (c;
figuur d.) van bestaan, waarin enige begeerlijkheid/wenselijkheid als
begeerte/wens begeert/wenst te worden gerealiseerd in het verstand,
deze categorie en in het bijzonder deze wens ligt ook, geïdealiseerd
(i-i), vertegenwoordigd in de wenwet (ww'-ww) van het verstandelijk
individueel denken.
Bijvoorbeeld, in het vormelijk denken, in een overwegend gaan van
het globale denken (gl/gl - gl'/gl') tot in het richtend denken (ri-ri)
als betekenis (bt/bt; zoals in g
btg).
In deze positie als betekenis, oriënteert zich, zogenaamd, deze wens in
het richtend denken in het beurtelings (overwegend uiteen) een al
ontwarend denken (ri
wari) en (overwegend ineen) een al
waarderend denken (ri
wari) - in een volledig, evenwichtig  
    
vaststellen van de
     (positie dier)
    
 betekenis.
     Daarbij zij nog
   
 opgemerkt, dat het
     vormelijk denken,
     waaronder het
     vaststellen van een
     betekenis, vanwege
     het (vanuit de
     mediumieke waarde)
     médiumiek
     (her)normaliseren
     van het individueel
     verstandelijk denken
     met het daaraan
                                                                                  gepaarde bewústzijn,
een karakteriserend, (meer/minder) bewúst denken is.

Evenwel, in voorts een, in het vormelijk denken, overwegend overgaan
van het richtend denken tot in het globale denken middels de wenwet,
tekent die wens zich individueel verstandelijk in enig teken (t-t, t'-t';
zoals in overwegend scheidingsrelatief t
btt).
Als voorbeeld, gegeven in de (hier nog niet bestaande) buitenwereld,
tekenen de velerlei gelaatstrekken van en mens zich in velerlei tekens
- als een wirwar van tekens, een tekencomplex.
Terwijl, vervolgens verder uiteen zo'n teken, dit teken overgaat in het
globale denken in eerstens een zogenaamd paradoxaal denken (een
Z-denken; van t
btt in p-t - t-t - t-p).

Een paradoxaal denken ofwel een bespiegelend denken, van t-p
tegenover omgekeerd t-p; zoals, wanneer men in de spiegel kijkt en
men het spiegelbeeld ziet van omgekeerd zichzelf.
In het paradoxaal denken identificeert, zogenaamd, de zich in het
individueel denkend verstand vormelijk tekenende wens (zoals in
t-t) - in een zich aftekenen in het vormelijk globale (zoals van t-p
tegenover p-t).

Maar intussen, gaat in het overwegend polariserend denken de zich
tekenende wens meer en meer op in het globaliserend denken, dat een
polariserend-middelend denken is (pl' - m/m' - pl/pl).
Zo beurtelings al openend en sluitend, “zoekend en vindend” - van/
als het beurtelings overwegend polariserend en overwegend
middelend globaliserend denken - voegt het zich afgetekend denken
zich in het globale denken; al zich aanpassend ofwel al gewennend aan
het overige globale denken op de flanken der (ge)wenwet.
Terwijl overigens meest nabij deze in het globale denken opgenomen
wens het wenselijk “tehuis”, de desbetreffende categorie dier wens,
in dat denken ligt vertegenwoordigd.

Al gewennend aan het overige globale denken, wordt ook de globale
wens zelf wat/meer “gewend en gekeerd” naar zogezegd de globale
omstandigheden.
Echter, in een overwegend míddelend globaal denken (m
m')
komt ook de globale vorming (v,v') van míddelings de eigenlijke
wens zelf op (zoals in m
m'glvglmm').
Deze vorming, tot in overwegend middelend (m
m'), voert en
voegt de globaal bijgestelde wens in het ware realiseringsproces
(m
m') dier intellectuele wens.
Als een aldus naar allerlei bijkomende betrekkingen in het vormelijk
denken wat/meer (op zich)zelf gevormde/hervormde (intellectuele)
wens; die nu verder in het verstand wordt gerealiseerd in enige omslag
van het individueel denken in een gemeenschappelijk  (feitelijk/
technisch/organisatorisch) denken.







                                                      -*-*-*-