Maak  Kennis  Met  Kennis
En  Blijf  Bij  Kennis.



Opdieping (9).

Zicht.


In de vorige Opdieping is summier gehandeld over
oorspronkelijk het bewustzijn; met een enkel voorbeeld
van het zich opdoen van bewustheid in het
Trancendente bestaan.

In het Neutrale bestaan van/als Transcendent het Ene-Jr.;
de Neutrale treksels die, voorzover in frontale botsing
(tot in zonderbestaan het niets verdwijnend)
krachtopbrengend energetisch zijn, en voorzover aaneen
gezaam voorttrekkend van een levendig,(meer intern)
wezenlijk en (meer extern)  aanwezig aanzijn zijn  -  en
zijn die Neutrale treksels in kracht verdwijnend in
momentele bewustheid, en in levendig(e) verkeer/
(rond)keringen gezáám voorttrekkend verschijnend in
meer tijdelijke/duurzame bewustheid (waarvan dus het een
en ander uiteengezet in voorgaande Opdieping (8),
bewustzijn).

We zullen nu voorts evenwel een voorbeeld geven van
een in bewustheid zich opdoen in de zeg maar materiële
wereld van het dezerzijds bestaan en gaan, waarin de
zogenaamde veldstraling van een eerste belangrijkheid is.

Zoals reeds miniem aangegeven in enkele denkthema's in
hoofdstuk 2, ontspruit althans uit/aan het Ene  -  aan én
fundamenteel Plus-Min het Ene-Sr. én in fundamenteel
aanzijn het Neutrale Ene-Jr., tezaam in Eén, alsmede
beiden actief  -  deze materiële wereld massaal in schier
immens vele massa's van eerstens een drieërlei natuur:
positieve protonen, negatieve electronen en neutrale
neutronen.

En door/aan elk dezer materiële massadeeltjes ontstaat
weerzijds zo'n ronddraaiend deeltje aldoor voort een
volgens een rechte uitkringelend, voorttrekkend veld  -  
en zijn deze rechtuit, weerzijds een massadeeltje
voorttrekkende velden/treksels per stel naar de/het aard/
treksél van het desbetreffend massadeeltje; en bestaan
er aldus in de materiële wereld velden/veldstralen van
juist zozeer een drieërlei aard: positief geaarde
veldstralen/trekséls, negatief geaarde veldstralen/trekséls
en neutraal geaarde veldstralen/trekséls; en wemelt het
in "ons" materiële heelal overal volop van deze aldoor
maar door door/uit de materiedeeltjes voortgebrachte,
rechtuit uitkringelende velden/veld"staken".

Ál deze veldstralen zijn energetisch, voorzover, waar
mogelijk, onder elkaar in frontale botsing aldus
(in princiep ímplosief) krachtopbrengend/krachtig; maar
slechts de néutrale velden herbergen, conform de
(treksél)gesteldheid van Neutraal het Ene-Jr., het leven
alsmede het bewustheidsproduct, hoe voorts ook
aangewend tot het bestaan, de constructie/structuur, van
een levend organisme (in ook bewustheidsbezit).

Intussen, zijn de levende organismen aldus dan toch,
voorzover mede doorwerkt/doorbouwd met levenloze/
onbewuste materie, van een deels stoffelijk/"doods"
bouwsel  -  bouwsels/structuren, die aldus in leven
(alsook in bewusheid) grotendeels of kleindeels, zowel
wat betreft de organismen alswel de organen in een
organisme, onder elkaar in eerste instantie (nogal) apart
(voort)bestaan/functioneren.

Evenwel, moet toch nog even worden opgemerkt, dat er
grote verschillen zijn tussen het Ene-bestaan
Trancendentaal en het materiële-bestaan in ons universum 
  -  zoals het electrisch en magnetisch bestaan dezerzijds
(waarvan hier niet nader), terwijl, bijvoorbeeld, zogezegd
positief het proton niet zozeer slaat op de grotere massa
van het proton, maar op het zogenaamd electrisch positief
geladen zijn van het proton, waarbij zo positief geladen
protonen immer elkaar afstoten, edoch . . . . deze zelfde
positief geladen protonen in atoomkernverband toch
hécht met elkaar verbonden zijn  -  hoe kan dit (in
principe)?

Voor een kleine uitleg hiervan, is elk materieel deeltje
met zijn weerzijds rechtuit uittrekkend, roterend veld,
zoals ook het proton met zijn velduitstraling weerzijds,
wel simpel op te vatten als "een bolletje middenin een
rechte, aldoor weerzijds rechtuit uitsp(r)uitende, om zijn
as ronddraaiende (stok)kolom"; en zijn twee van deze
bolletjes/protonen in onderlinge veldbetrekking te zien
als twee "stokken"/velden in V-vorm, waarin dezerzijds
twee velden, van elk proton één, in de V-hoek in
onderlinge botsing/betrekking zijn, en de twee velden
anderzijds de twee protonen langs/als de V-hoekbenen
zeg maar de ruimte in uitstralen, met zo her en der een
veldstralenbotsing met andere veldstralen (of zelfs wat/
meer geduriger met een ander, veld(en)uitstralend
materieel deeltje, zoals een electron).

Waar het nu in deze uitbeelding om gaat, is de V-hoek,
die kan variëren tussen 0-hoekgraden en 180-hoekgraden:
van 90-hoekgraden naar 180-hoekgraden is de veldbotsing
heftiger danwel krachtiger, waarin die velden/protonen
elkaar wat/meer aantrekken tot een hecht(er) samenstel
dier protonen; terwijl daarentegen van 90-hoekgraden
naar 0-hoekgraden zo'n stel protonen min of meer wordt
uiteengetrokken naar elders  -  áls in een onderlinge
afstoting dier protonen  -  wegens de wat/meer overweging
in hevigheid van veldbotsingen der twee overige, buitenuit
trekkende velden met andere velden elders.

Nogmaals, een wat erg simpele voorstelling van zaken;
want allerlei andere invloeden op dit aantrekkings-/
wegtrekkingsproces, zoals het contact der overlangse
ronddraaiingen dier velden onder elkaar, danwel allerlei
meer bijzondere electrische/magnetische invloeden, zijn
hier als niet ter zake genomen  -  maar zoals gesteld, is in
principe de hoek, waaronder de veldsralingen elkaar treffen
van een eerste belang voor het bijeen trekken of het uiteen
getrokken worden der desbetreffende materiedeeltjes tot
een wel of daarentegen geen hecht samenstel dier deeltjes.

Maar nu gaan we wat nader in op een X-vorm, in plaats van
een V-vorm, van op elkaar betrokken materiedeeltjes hun
veldstralen  -  van velduitstralende protonen en neutronen,
waarvan de neutronen als producten ook in het bezit van
leven en bewustzijn zijn (zie hiervan ook de vorige
Opdieping), of hier meer ter zake: massaproducten(/protonen
/neutronen), waarvan enerzijds de helft hunner velden al
ontmoetend (in het X-middelpunt) in onderlinge veldbotsing
zijn, en de andere helft hunner velden anderzijds al
scheidend (uiteen volgens de X-hoekbenen)
de ruimte in trekken/stralen.

Zo'n X-vorm bestaat zeg maar uit twee aaneen gekoppelde
V-vormen  -  zeg boven een V-vorm en onder,ondersteboven,
een V-vorm, met daartussenin, centraal, een coördinerend
centrum; en bestaat dus elk dier twee V-vormen uit twee
massadeeltjes(/protonen/neutronen) danwel de X-vorm uit
vier massadeeltjes, met elk massadeeltje een weerzijds
rechtuit uitstralend veld.

Zo'n X-vorm blijkt in althans de (intussen zeer ontwikkelde)
levende natuur (alsnog als stelsel) van een nogal cruciaal
belang te zijn; zoals, ruwweg geschetst, in de
planten-wereld, waar het gewas uit(een)lopend opwast, met
daaronder een nogal dienovereenkomstig uit(een)lopend,
wortelend wortelgestel, met daartussenin de kiemende/
ontkiemende kiem  -  of, denk maar aan de mens: boven
twee armen, onder twee benen, met daartussen het
coördinerend (zenuwenstelsel/spierenstelsel van het)
lichaam.

Maar intussen, de opstelling van onderling botsende,
krachtopbrengende, krachtig/hecht installerende velden
in X-vorm heeft veel voor op dat een en ander in V-vorm.

Bijvoorbeeld, wanneer in V-vorm het/de linkerveld/
linker"arm" in botsing is met het/de rechterveld/
rechter"arm", dan is er onder de veldenbotsingshoek van
90 graden naar 180 graden slechts sprake van wat/meer
krachtontwikkeling; en onder de veldenbotsingshoek
van 90 graden naar 0 graden daarentegen van een
onderlinge/destructieve scheiding/uiteentrekking (zoals
hierboven reeds uiteengezet).

Maar in een X-vorm, blijft het/de samenstel/gesteldheid
hecht in kracht; immers, hoe klein de V-hoek der "armen"
ook wordt/is, al staan ze parallel omhoog, des te
krachtiger zelfs is dan de botsing met het onderstel der
X-vorm, juist ook al staan de "benen" parallel omlaag:
de botsing tussen bijvoorbeeld de linker veld"arm" en
het linker veld"been", onder 180 graden, levert dan
opperst krachtige hechtheid/gebondenheid op  -  en dit
geldt overal waar van veldbotsingen sprake is, zeker ook
in elke atoomkern.

Echter, laten we voors letten op het onderling
functioneren der velden in X-vorm onder een zo reeds
genoemd gezagvoerend  -  een op gezag, met macht en
kracht, in het gelid voerend  -  bestaan.

Zoals reeds vermeld in de voorgaande Opdieping, voltrekt
zich de zo genoemde gezagvoering, in het (op)voeren der
(levende) natuur tot een bestaan/werken in (ook)
bewustheid, in een drieërlei phasen: elementair -  de
samenstelling van elementen tot een product - en het
functioneren van dat product in (ook) blijkende
bewustheid.

Als voorstellend voorbeeld hiervan, is in de voorgaande
Opdieping gesteld een automobiel/vervoermiddel: een
drietal elementen, namelijk het onderstel/raamwerk, het/
de motorblok/motor en de wielen; en deze (onder)delen
samengesteld tot een (auto)product, (die)/dat voorts kan/
gaat functioneren, danwel dienst doen, om enig(e) "voer"/
lading in dat vervoermiddel ter voorbestemde/geördineerde
plaatse te brengen.

Maar voorts, wordt nu ook het functioneren onderverdeeld,
namelijk in middel(en) en resultaat.

En wel in een tweeërlei middel; namelijk de motor als
krachtig/drijvend dríjfmiddel en de wielen als actief/
bedrijvend bédrijfmiddel.

En is het resultaat ook niet altijd zoals geördineerd;
bijvoorbeeld, kunnen de wielen achteruit gaan, in plaats
van vooruit ter bestemde plaatse  -  en dient aldus het
(geördineerd) voldoend dienst doend resultaat een
succesvol resultaat te zijn.

Kortom, is aldus al voortlevend gezagvoerend het bewust
dienst doend functioneren nader te noemen als (tweeërlei,
drijvend en bedrijvend) middel en (volvoerd) succes.

Dit geldt ook in het onderling functioneren van veldstralen
in X-vorm; evenwel, hierbij eerst nog wat nader zeg de
zetting/betekenis aangeduid van zo'n X-vorm in de levende
natuur dezerzijds het bestaan.

Zoals al eerder opgemerkt in een voorgaande Opdieping,
heeft (mijns inziens) het leven in onze levende natuur tot al
ingewikkelder, individueel functionerende structuren  -  naar
overigens het gegevene in het dezerzijds bestaan  -   zich
samengesteld door toedoen daartoe van het Ene naar basaal,
in eerste installatie, het wezenlijk en aanwezig leven in het
Ene-Jr. zelf.

Zo dan eerstens de instelling van het levendig bestaan in
het dezerzijds in een velerlei XXXX-vorm in een gebogen
opstelling, zoals "volgens de opstelling van (buitenom in
V-vormen) de uitstaande stekels van een opgerolde egel",
of "van een reeks/kolom wervels".

Aldus, bevinden de onderste helften der XXXX-vorm zich
wezenlijk binnenin die levende eenheid, in een voorts zo
te noemen inwendige/wezenlijke béleving dier levende
eenheid   -  en waarvan nu hier niet nader.  

En bevinden de bovenste helften dier zeg opgerolde
XXXX-vorm "in bolvorm/wervelreeksvorm" zich dan
aanwezig buitenom/buitenaan (de wezenlijke beleving)
dier levende eenheid  -  als het voorts zo te noemen
áánleven van dat levend individu in eerste instantie.

Waarbij voorts nog op een twééërlei manier wordt
aangeleefd; namelijk zogenaamd werktuiglijk (zoals
wandelend, handelend, sprekend), als in een zich uitleven
der innerlijke beleving, en zogenaamd zintuiglijk (zoals
ziend, horend, tastend), als voorts ter inleving van het
bewust beleven.

En wel te verstaan, is zo'n opstelling van een XXXX-vorm
zowel levenloos/bewustloos ofwel zogenaamd van een
stoffelijk bestaan, indien het slechts protonen/electronen
betreft, of deels levenloos/bewustloos en deels levendig/
bewust, indien er ook neutronen/neutronvelden aan deel
hebben, of van een optimaal levendig/bewust bestaan,
indien het desbetreffend XXXX-bestand ten zeerste van
een neutrale inhoud/deelname is.

Terwijl er voorts een basaal verschil is in het aanleven
tussen de werktuiglijke instelling en de zintuiglijke
instelling ter aanleving.

In werktuiglijk de X-vorm liggen de bolletjes/materiën
buitenaan in de "bovenste" V-vorm als vast, krachtig, aan
het lichaam getrokken/gebonden, waarvan zij deel
uitmaken; zodat deze V-vorm (van de X-vorm) slechts nog
uitstaande/uitgaande veldstralen in functie hebben
(ter uitleving) "als de handelende vingers aan een hand".

Terwijl in zintuiglijk de X-vorm de materiën buitenaan in
de "bovenste" V-vorm (van de X-vorm) als in de ruimte
zweven, en er een inkomende straling vanuit die
materiën in het zogezegd observerend zintuig trekt.

En is er overigens een meerderlei observering/
waarneming; zoals het horen, gespecificeerd op de
verschillende golfuitslagen der velden; het tasten,
(vooralsnog opgevat als) gespecificeerd op de
rondwentelingen langs de assen der velden/materiën;
het zien, gespecificeerd op inkomende veldstralen uit de
ruimte  -  en van het als met open ogen al gezagvoerend,
zintuiglijk, levendig-bewust zien nu vervolgens nog wat
nader.

Zoals in de vorige Opdieping (Bewustzijn) samengevat,
valt onder het gezagvoerend bestaan van het leven ter, in
functie, zich openlijk opdoen van het leven in bewustheid
te verstaan volgens/in een twééërlei proces/functionering:
namelijk in een (in frontale botsing) krachtige en (in
parallelle gang) gemeenschappelijke betrekking der
desbetreffende componenten  -  hier voorts opgevat in
X-vorm van (in bovenste V-vorm) minimaal een tweetal
van elders inkomende velden/stralen (van hier neutronen).

En voltrekt het functioneren zich, zoals hierboven
opgemerkt, volgens een tweeërlei middel, krachtig
drijvend en actief bedrijvend, om tot het voldoend succes
te komen  -  hier (zintuiglijk) tot een bewust zicht in/van
het leven (opgebracht in X-vorm onder toebrenging
daartoe door de bovenste V-vorm).

En is dit functioneren tot in een bewust (zicht in het)
leven ook wel aan te merken als een tweeërlei middellijk
procesverloop in dit functioneren; namelijk, in het krachtig
drijven in een teniet gaand verloop dier beide stralen in
de bovenste V-vorm in contact/botsing met de benen der
onderste V-vorm (in dus de desbetreffende X-vorm),
waarbij in deze krachtige veldbotsingen de teniet gang
(van hier zozeer de bovenste inkomende V-benen/-stralen)
zich versneld voltrekt (zoals al eerder, in een voorgaande
Opdieping vermeld); en wijzigen zich voorts, in deze
versnelling naar een optimale kracht(uitoefening), de
desbetreffende onderste- contra de bovenste V-benen
naar een anders lopend(e) (ver)loop, namelijk in een
actief bedreven verloop naar een parallelle/
gemeenschappelijke loop der bovenste V-benen en de
onderste V-benen, met boven-onder onderling een
maximale botsing van 180-hoekgraden.

Kortom:


In een, ter bewust zicht in het leven, gezagvoerende
volvoering, dit is middels (krachtig) drijvende en (actief)
bedrijvende middelen, van inkomende en in ontvangst
genomen neutrale veldstralen tot een gevangen
veldstralen"zwerm" (van zo dan parallel inkomende
veldstralen): wordt de X-vorm vervormd tot een H-vorm;
terwijl, inmiddels/intussen, de afstand tussenin deze
parallel voorttrekkende veldstralen middels een
concentrerende (oog)lens wordt geminimaliseerd tot
succesvol één, geméénschappelijk (zeer nauw) aaneen
gebundelde veldstralenbundel van tevens zozeer
functioneel geopenbaarde bewustheid.


Aldus, is met "zicht", met bewuste/opgelichte
waarneming, een voorbeeld gegeven van een openbaring
van het leven in bewustheid in het  dezerzijdse materiële
levensbestaan.

Evenwel, dienen hierbij vervolgens nog (minstens) een
tweetal opmerkingen te worden geplaatst.
 

Opmerking (1): nader het licht-duister zicht.

Elk deeltje in het universum heeft weerzijds, zeg in
rechte lijn, een velduitstraling; zeg maar een rechtuit
naar hier (h) tegenover een rechtuit naar ginds (g); en
zijn beide deze veldstralen, hier en ginds, wat/meer-
en in wat/meer hevige, elk innende/centrerende
drijfkracht vootbrengende veldbotsingen  -  waarbij
deze drijfkrachten tussen h en g (nogal zelden) in
evenwicht kunnen zijn, maar doorgaans overweegt de
een op de ander.

Overweegt de innende drijfkracht in h op die in g, dan
trekken de desbetreffende (neutrale) deeltjes naar hier
de X-vorm ter bewustheidvoortbrenging in oplichtende
functionering, zoals reeds uiteengezet.

Evenwel, overweegt de centrerende drijfkracht in g op
die in h, dan is er in h geen ineen drijvende activiteit ter
verga(de)ring/bundeling der desbetreffende veldstralen
ter oplichting in bewustheid, maar daarentegen voltrekt
zich hier een ontleding/scheiding/ontbinding in het
vertrek der desbetreffende veldstralen voortbrengende
(neutrale) deeltjes naar ginds om aldaar (niet uiteen te
gaan, maar daarentegen) bijeen te komen ter
bewustheidoplevering  -  en faalt hier, in h, wegens dan
overwégende ontbundeling/verstrooiing, de gezagvoering
ter functionele bewustheidsopenbaring ofwel, heerst in h
dan duisternis.

Bijvoorbeeld, komt de wat/meer explosieve zon/ster, met
zo menige weggeworpen/wegtrekkende (neutrale) deeltjes
naar onder andere de aarde dan op aarde tot oplichting (in
bewustheid); en niet een zozeer stabiele planeet, tenzij
bij weerkaatsing/doorgave van (zonne)deeltjes alsof die
planeet deze velduitstralende deeltjes levert en daarmede
als planeet in zicht is.

Evenwel, kan elk stoffelijk voorwerp van enige lichtgeving
zijn, mits het voldoende (neutrale) deeltjes uitwerpt (bij
functionele ontvangst) en, bijvoorbeeld na inname deze
deeltjes herhaaldelijk weer uitwerpt/"uitstraalt".

Maar een zozeer "inhalig zwart gat" in een sterrenstelsel
in het universum, zal in duisternis zijn  -  tenzij deze weer
explodeert.


Opmerking (2): concreet gericht.


Reeds is uiteengezet, dat in het functioneren van een
product dat ook alsnog in het verborgen bewustheid
bevat, zoals in veldstralen van neutrale(/levendige) aard,
in krachtopbrengende/krachtopvoerende veldbotsing(en)
dat verborgen bewuste zich openbaart, als mede naar
buiten treedt  -  alsof die veldstraal/veldstralenbundel
zich dan hult, als doorhuld/gehuld wordt, in een
doorzichtig(e), loze/loos hulling/hulsel; naar overigens
het loze beginsel van oorspronkelijk het bewuste, in/als
Min het Ene-Sr., zelf.

Danwel, (ver)toont zo'n statische hulling, waarin de
desbetreffende verborgen bewustheid zich dan (in een
drijvend/bedrijvend functioneringsproces) als in een
"rechte pijp" van gebundelde veldstralen onthult in
openbaar licht, zich dan als een richting (in concrete
bewustheid).

Een richting is immer recht, en gericht op de inkomst of
herkomst der betreffende rechte veldstralen(bundel); zij
is van een loze statisch-bewuste "inhoud"/strekking, en
veroorzaakt aldus geen licht/bewustheid, maar is er een
blijk van, als openlijk wijzend in het licht van
geopenbaarde bewustheid in het aanwezig bestaan  -  en
kan alsnog een richting van richting veranderen, zoals
het gericht wijzen op de zon (als licht opbrengende
stralingsbron) waar deze in betrekking tot de wentelende
aardbol als van plaats verandert (alsook, als gevolg,
wanneer de desbetreffende veldstralenbundel, waarin
een richting in bewustheid verblijft, van stralingsbaan wat/
meer verandert naar bijvoorbeeld een optimale
veld(en)botsing onder een opvoering in/van kracht naar
180-hoekgraden in de desbetreffende veldstralenbotsing).

En, tenslotte, door allerlei gebeuren in "ons" universum
zelf, kunnen/zullen er ook nog andere voortbrengselen (dan
neutronen met hun zogezegd neutrale velduitstralingen)
voorkomen van neutrale-, in het verborgen bewustheid
bevattende producten, die in functie alsnog oplichten
in bewustheid.


     
                                           * - * - *