Maak  Kennis  Met  Kennis
En  Blijf  Bij  Kennis.


 Politiek  Periek  (16).   (Ver)binden.


Om met geld om te gaan, zal men eerst wat geld, wat geldelijk vermogen,
in handen moeten hebben  -  en zo is het ook gesteld met het persoonlijk
vermogen tot samenleven, met de (persoonlijke) zeggenschap in en over
de samenleving.

Zij, die van zichzelf uit  -  en helaas maar al te dikwijls voor ook
hoofdzakelijk zichzelf  -  bouwende/aanbouwende/opbouwemde
zeggenschap willen verkrijgen in een of andere, grotere of kleinere
gemeenschap, dienen het (desbetreffend) gemeenschappelijke onder de/
die mensen zelf op te sporen en zich eigen te maken.

Het is in eerste aanleg een zaak van contacten leggen, een kweken van
relaties; een intensief en wijd verbreid/wijdgespreid, een gevoelsmatig en
denkmatig, een intuïtief en instinctief zoeken en vinden van wat men van
zichzelf uit gemeen heeft met anderen, in zo/daarin een één zijn met die
anderen, op alle gebied van het leven, in alle aspecten van dat leven.

Degenen die, contactueel, met groot aanpassingsvermogen en
inlevingsvermogen meerdere/talloze bruggen weten te slaan over de
singels van ieders omsingeld/individueel bestaan, die zijn de makers van
het intermenselijk bestaan en verkeer, die leggen daar tevens doorgaans
als automatisch de hand op, en die voldoen daarmede aan de vóórwaarde
om een politicus, om een makelaar en regelaar van intermenselijke
betrekkingen te kunnen worden.

Want het tussen-menselijke, het gemeenschappelijke tussen mensen in
overigens ook hun en dergelijke betrekkingen tot dingen en dieren, tot
zaken en ideeën, is het terrein van de politiek, van de politieke
zeggenschap; de politiek beheert en bespeelt zeg maar de infrastructuur
van de samenleving  -  en zijn de politici in eerste aanleg de specialisten
in het overbruggen van wat er gescheiden aan bijvoorbeeld mensen/
gemeenschappen/naties voortleeft, in het construeren van bruggen tussen
van alles wat er zoal aanleeft, om voorts die gemeenschapselementen te
beheersen, al verder met elkaar te verbinden en in exploitatie te nemen.


Of anders voorgesteld, is een samenleving als een boom, waarvan de
individuele bladeren (of groepen van bladeren) onderling zijn verbonden
door de geméénschappelijke stam, takken, twijgen; terwijl dat lover en dat
bindwerk niet zonder elkaar kunnen voortbestaan.

Wie evenwel heerst over dat bindwerk, zijn steun en zijn gerichte stroom
van voedende sappen, heeft zo een grote zeggenschap over het welvaren
en het welzijn van zowel de gehele boom als over elk blad in het bijzonder.

Hij kan de boom doen verarmen en schudden, zodat er (zekere) bladeren
kwijnen/verdorren/afvallen; hij kan de sapstroom en de vruchten tussen de
bladeren meer voor zichzelf, meer voor de producenten of meer voor het
algemeen aanwenden danwel laten; hij kan de boom verzorgen en bemesten
ten koste van bijvoorbeeld (de humus) van andere, buitgemaakte bomen, of
meer vredelievend en toch voldoende, zo niet overvloedig, uit bijvoorbeeld
de intensivering van de agrarische teelt en de chemische industrie van het
eigen wortelgestel.

Waarmede dan nog weer zowel de ver reikende alswel de verrijkende
mogelijkheid en betekenis liggen aangegeven van de politieke, bedisselende
zeggenschap over het gemeenschappelijke in een gemeenschap.




                                                        * -* -*