Maak  Kennis  Met  Kennis
En  Blijf  Bij  Kennis.


 Politiek  Periek  (17).
  Gemeenschap.


Al wat verschilt, komt niet overeen; en in elke overéénkomst, ligt elk verschil
vereffend en geëffend.

Deze zo simpele waarheid geldt ook voor al wat leeft en samenleeft.

Zij, die iets in het leven gemeen hebben, verstáán elkaar daarin, zijn daarin
één; terwijl alle samenlevingspartijen/leden/partners elkaar vreemd zijn
voorzover elk voor zich verschillend van de ander, ánders dan de ander,
voortleeft.

Verscheidenheid en eenheid . . . . daarin ligt dan gevat het alleen/individueel/
bijzonder/privé bestaan en het gemeenschappelijk/sociaal/algemeen/openbaar
bestaan.

Mensen, organismen, en ook grotere organisaties, verenigingen,
gemeenschappen, nationale samenlevingen, die zo verschillend en verdééld
onder elkaar in elk hun eigen leven aanleven, staan zo gezamenlijk nogal zwak
en machteloos in vergelijk met waarin zij in allerlei eenheid (van gezindheid en
levenswijze, oogmerk en belang, enzovoort) onderling veréénd zijn  -  want
"eenheid maakt sterk, maakt mácht".

De politieke macht/zeggenschap in en over een kleinere of grotere
gemeenschap, zetelt en gedijt dan ook in die éénheid van samenleven: en het
mag dan ook geen verwondering heten, wanneer de politiek op grond en uit
aandrang van haar eigen bestaan en werkzaamheid zo naar een al grotere
eenheid (van bijvoorbeeld geloof, overtuiging en volk, maar ook van bestuur
en beleid/beleidskoers) tracht en streeft, en daarbij derhalve  -  naar eigen
principe  -  het individuele/bijzondere bestaan in allerlei verschil en
onderscheid van (maatschappelijk) leven nogal blindelings min of meer
teniet brengt.


En hierin ligt dan het aloude probleem van alle gemeenschaps- en
staatsvorming: het vanzichzelf uit vervlakkend, verwaterend, één/gelijk  
makend zich opdringen van het bestuur, de overheid, de geméénschppelijke
macht (al is het maar van een elite, met voldoende machtsmiddelen), en het
teweerstellen daarentegen van al wat nog(al) prijs stelt, danwel wezenlijk niet
anders kan, op een individueel/privé leven.

Onder een al te overheersend/heersend/ingrijpend overheidsbewind, wisten
en weten de samenlevingsleden daartegen op te komen door zich
oppositioneel onderling alsnog te binden en te sterken in nog weer een
zeker gemeenschappelijk (eigen)belang  -  zowel revolutionair alswel meer
vreedzaam/geleidelijk.

Derhalve is het voor de politiek een levenszaak haar eigen grenzen te weten
en te leggen; om een wat stabiel evenwicht te vinden en in te stellen tussen
verscheidenheid/verschil en eenheid/gelijkheid, tussen 'n individueel en 'n
sociaal bestaan, waar mee te werken valt.

Of nog weer anders gesteld: de vaststelling in welke mate een (of andere)
samenleving open/openbaar en gesloten/zichzelf mag/moet zijn  -  afhankelijk
van volksaard, bestaansvoorzieningen, zedenvoorschrift, enzovoort.





                                                        * - * - *