Maak  Kennis  Met  Kennis  En  Blijf  Bij  Kennis.                                                              


Verslag (3).                                


Waarde lezer/lezeres,                             medio september '07.

Zoals in mijn
“kennismaking” valt te lezen, ga ik nog niet in op enige
opmerking/kritiek en dergelijke op mijn gegeven filosofie -
dan na afloop van de publicatie daarvan op deze website.
Het leidt me momenteel te veel af; en na afloop heb ik er
“alle tijd“ voor.
Maar, hoe kan het gaan. Het tijdje terug werd ik even in
beslag genomen door enkele opmerkingen over mijn eerste
denkthema - “het naar psychische bevindingen kort of lang
duren van het gestadig tijdsverloop, het secondair vaststellen
der tijdseenheden, zoals die van dag en jaar….waar bevindt
zich primair de tijd, wat is “echt de tijd zelf”?” - en heb het
even van me af geschreven.
Ik heb een  kleine samenvatting van de tijd gemaakt, naar  wat
ik in zijn  eerste bestaan  onder tijd versta. En vermeld ik
hieronder deze kleine verhandeling (voor de liefhebbers).
Maar toch, een uitzondering, die de gegeven regel - van een
pas nader ingaan op mijn gegeven filosofie na afloop van de
publicatie ervan - dient te bevestigen.
Succes!  



Tijd is activiteit; maar alle activiteit is geen tijd.
Ik onderscheid een tweeërlei activiteit. Zeg maar de inwendig
aangewende activiteit en de uitwendig aangewende activiteit.
Iets daarvan valt te verduidelijken met “een waterplas”. Een
waterplas kan wat uitvloeien met dan zogezegd inwendig
aangewende activiteit; en een waterplas kan zelf zich verplaatsen
en is dan zogenaamd in beweging(/verplaatsing), in uitwendig
aangewende activiteit.
Echt de inwendig aangewende activiteit komt althans voor op
psychisch gebied en heet dan in het gemeen (volgens mijn
inzichten) de tijd(activiteit). En op fysisch gebied, in allerlei
handeling, in de aanschouwde wereld der voorwerpen onder
elkaar, heet de activiteit beweging(sactiviteit).
Voorts wat in het bijzonder betreft de tijdactiviteit, het
tijdsverloop, in relativiteit als twee (of meer) inwendig
aangewende activiteiten in onderlinge betrekking, dan valt
hiervoor in wiskundig-figuratieve voorstelling en beschouwing
de hoekfiguur op te voeren. Twee hoekbenen als de twee
tijdcomponenten in onderlinge betrekking, met het hoekpunt
als het contact/zodanige in deze betrekking.
Of wat royaler gesteld, dan kunnen we voor een hoek een kegel
nemen: de tijdactiviteit als de tíjd, indien deze van de kegeltop
naar de kegelbasis (of/en eventueel andersom) door de
kegelmantel vluchtig/snel voorttrekt; en de tijdactiviteit als dúúr,
indien deze (voorts) van de kegelbasis naar de kegeltop (of/en
eventueel andersom) door de kegelas meer gecomprimeerd/
langzaam voorttrekt.
Daarbij zie ik, in deze eerste allereenvoudigste tijdvoorstelling,
de kegeltop als het gezet verleden en de kegelbasis als de nog
zozeer open toekomst.
En zulk een tijd/duur wordt psychisch dan ook (voor zover
bewust) doorleefd. Is de psyche druk bezig, erg actief, dan gaat
de tíjd snél; is daarentegen de psyche meer passief/(af)wachtend,
als dan overwegend vertoevend in de kegelas/duur, dan dúúrt het
láng. Waarbij ik nog even wil wijzen op dit woord “lang”, als meer
behorend bij “lengte”, een ruimteterm.
Dat wil zeggen, de alsnog (langzaam) voortijlénde duur kan zelfs
wel in een stáát van activiteit stilstaan, als dan in ijlté, wat de
ruimtelijke ijlte is. Ziehier het verband tussen tijd en ruimte als
tussen ijlend en ijlte.
Dit is alsnog het een en ander eenvoudig voorgesteld. Snijden,
bijvoorbeeld, twee tijdkegels elkaar, dan vinden we op het snijvlak
het heden - tussenin het toekomstige en het verledene.
Maar waar ik hier vooral op wil wijzen is, dat de bewegende
buitenwereld in éérste instantie niets met tijd(/duur/verleden/heden/
toekomst) te maken heeft. Alle beweging/gang in de buitenwereld,
voorzover actief inwerkend op de (waarnemende) psyche, wordt dan
in tijdtermen (op)gevat. En omgekeerd, dient deze buitenwereld, als
buitenstaander en voorzover daartoe ontvankelijk, wel voor een
ingestelde (al)gemene tijdstándaard, en om ook al die vele
(menselijke) psychische tijdwerelden onder één noemer te brengen.
De roterend bewégende aardbol heet dan voor een ieder, in een
voltooide rotatie, dag; en de om de zon bewégende aardbol heet dan
voor een ieder, in een voltooide omloop, jaar. Enzovoort.
Maar in werkelijkheid, mag aan de bewegende buitenwereld zelf geen
tijd worden toegekend; allerlei verloop daarin wordt (menselijk)
psychisch (onder andere) in tijd gevat/ondergebracht.
En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Bijvoorbeeld, een botsing
in de bewegende buitenwereld komt dan psychisch in tijdtermen
gevat over als een gebeurtenis - en daadwerkelijk als een feit,
onder andere gevoelsmatig als een ervaring, enzovoort. En dat geldt
niet alleen voor wat elkaar nadert, met elkaar botsend in ontmoeting is,
maar ook wat van elkaar weg trekt danwel in scheiding is, zoals een
explosie; ook dan spreekt de psyche in tijdtermen van een gebeurtenis    
-    van ook een feit, enzovoort.
Een gebeurtenis als eerstens een, zoals hier, door de waarneming/
verneming/inwerking van een botsing/explosie veroorzaakte verandering/
“strubbeling” van de tijdloop.

Met vriendelijke groet,
Jasper Groeneveldt.